AFFICHE
no.3, 1995

Vader en dochter in beelden
Heinz en Valentine Edelmann

Heinz Edelmann (1934) heeft een lange en veelbewogen carrière als grafisch ontwerper, affichemaker, tekenfilmer en artdirector opgebouwd. Zijn dochter Valentine (1963) staat na haar opleiding grafisch ontwerpen op de Gerrit Rietveld Academie aan het begin van een loopbaan als illustrator. Itemsredacteur Max Bruinsma sprak met beide ontwerpers over het vak, over kunstenaarsdynastieën en over de verhouding tussen vader en dochter-van.

Valentine, ben je in dit vak terechtgekomen omdat je vader iets dergelijks deed?

V: Dat is achteraf moeilijk te zeggen. Ik heb erg m'n best gedaan om niet in het zelfde straatje terecht te komen, en m'n ouders hebben dat ook niet aangemoedigd. Maar uiteindelijk ben ik toch naar de academie gegaan. Ik doe ook niet helemaal hetzelfde; als illustrator heb ik een iets andere richting dan m'n vader, die toch meer grafisch ontwerper is.

H: En ik wilde niet dat Valentine grafisch ontwerpster werd... 

Waarom niet; het is toch een prachtig vak?

H: Jawel, maar met kunstenaarsdynastieën...

V: ...hebben wij het niet zo op!

H: ...dat heeft in de hele kunstgeschiedenis nooit tot iets goeds geleid... Toen de zoon van schilder Chardin door de piraten werd ontvoerd, wilde z'n vader niet eens een losgeld betalen! Het leek me voor het kind niet goed. Als je een vak begint, moet je helemaal naïef aanvangen... Dus ik dacht: in principe stimuleer ik het niet, en àls Valentine al later dit vak kiest, dan is ze totaal onbeïnvloed. Van mij heeft ze niet geleerd hoe je een potlood moet slijpen!

Misschien wist je toen je op de academie kwam nog minder van het vak dan ieder ander!

V: Nou, in de praktijk viel dat tegen. Ik heb achttien jaar in het huis gewoond waar mijn vader ook z'n werkplaats had... er werd aan tafel over vrijwel niets anders gepraat, de boeken lagen door het hele huis, dus toen ik naar de academie ging was ik al grondig verpest, dat hou je niet tegen! 

H: En ik moet zeggen dat Valentine het niet makkelijk had, want leraren grafisch ontwerpen houden niet van kinderen van kunstenaars of ontwerpers. Ik kan me zelf, als leraar ook niet helemaal van die houding vrijpleiten. Iedere psycholoog denkt dat alle andere psychologen gevaarlijke gekken zijn; en ieder ontwerper, als hij echt eerlijk is, vindt zijn collega's maar niks! Als je dan een zoon of dochter van een collega tegenkomt, dan denk je toch: mijn god, wat heeft die ouwe crimineel dat getalenteerde kind verpest! Daar is niemand vrij van! 

V: Ik vond het wel prettig dat m'n vader naar Duitsland verhuisde toen ik op de academie kwam. Ik had die afstand ook nodig; het idee steeds langs de meetlat gelegd te worden van iemand die al dertig jaar in het vak zit, is niet echt een prettig vooruitzicht. In de jaren dat ik op school zat, had m'n vader nauwelijks een idee waar ik mee bezig was! En dan is het heel vervelend dat anderen denken dat je op de kruiwagen rijdt van papa, die al je docenten kennen...

De generatie van Valentine's docenten kent je natuurlijk in ieder geval van The Yellow Submarine...

H: Dat gaat nu gelukkig verdwijnen! Verleden kerst was de Yellow Submarine nog eens op de televisie en in Der Spiegel werd vermeld dat die film getekend was door de 'Düsseldorfer Werbegraphiker Heinz Edelmann'... Dat was ik vijfentwintig jaar geleden! Zelfs Der Spiegel, die weet wat meneer Kohl denkt, wist niet waar ik was gebleven! Dus dat valt reuze mee...

V: Die film is in dit huis jarenlang not mentioned geweest. Mijn vader vond het heel vervelend steeds maar met die ene film te worden geassocieerd... Inmiddels mag er weer over gesproken worden, omdat toch niemand meer weet waar het over gaat... Ik was vier toen die film verscheen. 

Het is ook een soort etiket, dat je meedraagt.

H: En misschien nog moeilijker dan een kind-van te zijn... 

V: Hoewel dat ook niet meevalt! 

H: ...want toen die film af was, was ik vierendertig. En er wordt wel verondersteld dat je na die leeftijd niets meer van belang maakt. En bovendien was het nogal een vechtproductie. Ik had geen controle. Het was iets dat ik zó helemaal niet wilde! Ik was een oude jazz fan. Ik was helemaal niet zo verschrikkelijk gesteld op de muziek van de Beatles! Mijn sympathie ging uit naar de boosdoeners in die film, the Blue Meanies. Die vertegenwoordigen mijn gevoel ten opzichte van dat flower power gedoe. Ik had gewild dat die meanies wonnen, maar dat kon natuurlijk niet.

Maar intussen heb je een hoop andere dingen gedaan...

H: Ik heb voor de ontwerperswereld ongewoon veel langdurige klanten gehad. Ik heb lange tijd alle affiches voor de WDR gemaakt - dat kan tegenwoordig niet meer - maar ik werk sinds '65 voor ze. Dan heb ik sinds '70 de uitgeverij, Klett-Cotta. En vroeger ben ik zes jaar, van '63 tot '70 verbonden geweest aan Twen, het jongeren magazine, waar ik veel illustraties voor heb gemaakt. En nu werk ik ook al weer elf jaar regelmatig voor het zondags supplement van de Frankfurter Algemeine. 

Merkwaardige uitersten van opdrachtgevers, een links jongerenblad in de jaren zestig en nu een krant die toen als het toppunt van reactionair bekend stond...

H: Ik ben in Duitsland vreemd genoeg noch bij links noch bij rechts ooit echt in de smaak gevallen. Ik ben om dezelfde dingen door de ene kant berispt geweest omdat het ondraaglijk radicale shit zou zijn, en door de andere kant van cultuurbolsjewisme beschuldigd! De WDR werd door rechts altijd 'der Rotfunk' genoemd; dus soms moest ik met de christenen binnen de WDR uren praten om een rood te kunnen handhaven, terwijl de linksen het liefst zagen dat ik affiches maakte waarop de paus met een bajonet de zwarten te lijf ging!

Wat voor opdrachten doe jij, Valentine?

V: Ik maak illustraties voor bladen en inmiddels heb ik ook wel wat reclame opdrachten gedaan... Maar de aard van mijn werk leent zich niet voor iedere reclame campagne - wat wel prettig is, want daardoor treedt er een soort natuurlijke selectie op. In het begin was het een beetje een probleem dat ik niet in één duidelijk herkenbare stijl werk - dat is iets wat ik ook wel een beetje van huis uit meegekregen heb, dat je heel goed kijkt voor wie het is, en niet overal hetzelfde sausje over giet. Bij reclameopdrachten voer je trouwens vaak een idee van een ander uit. De klant heeft al een perfecte markerschets gezien van de artdirector, en dan krijg je dus een opdracht in de trant van 'zo moet het gemaakt worden, maar dan anders'...

H: De goeien veranderen die dingen dan een beetje in hun eigen stijl... 

V: Daar streef je naar, je probeert zo ver mogelijk te gaan en de ene keer is er meer ruimte voor je eigen werk dan de andere. Dat is het leuke aan redactioneel werk, werk voor kranten en tijdschriften; daar kun je echt je eigen gang gaan.

Je hebt ook illustraties voor de FAZ gemaakt, is dat via je vader gegaan?

V: Nee, dat zijn heel andere mensen binnen dat bedrijf. Ik ben overal braaf met m'n mapje naar binnen gelopen... 

H: Ik ken die mensen niet... 

V: Het was wel een afweging, of ik m'n map daar zou laten zien... Ik bedoel, ik was net in Nederland een beetje af van dat imago van dochter-van. Maar aan de andere kant is het soort opdrachten dat je bij zo'n krant kunt krijgen heel aantrekkelijk. En bovendien, ze hadden ook nee kunnen zeggen! Maar die FAZ is het enige waar we - zij het nog op afstand - bij elkaar in de buurt zitten... Ik heb wel eens gedacht om een andere naam te kiezen - ik heb me een keer laten verleiden om een werkstuk met m'n voornaam te tekenen, waardoor het na publicatie prompt werd teruggestuurd aan de in Nederland werkende illustrator Jim Valentine! Dus dat werkt ook niet.

Hebben jullie wel eens ruzie over het vak? 

H: Nou nee...

V: We hebben nooit ruzie, alleen heftige discussies... Een onderwerp waar we nog al eens over willen debatteren is de computer, die allerwegen zijn intrede doet...

H: Het is minder de computer, maar...

V: ...de manier waarop er mee omgegaan wordt... 

H: De computer zelf heeft eigenlijk niets veranderd, die verandering was er al toen de computer zijn intrede deed. Ik behoor nog tot de generatie die zei: een goed ontwerp is onzichtbaar. Als het idee goed is, dan zet je het midden op de pagina, en dan is het af. Die gedachte heeft geheerst tot het begin van de jaren tachtig. Toen begon de gedachte op te komen dat goed design nu juist erg zichtbaar moet zijn! Goed design is wat de ontwerper ontwerpt, je moet het zweet zien op het voorhoofd van de ontwerper, die nog een frutsel of friemel verplaatst!

V: Dat is nu zoiets waar ik het niet helemaal mee eens ben!

H: Dat is de andere generatie...

V: Ik heb het geluk gehad om aan het begin van de jaren tachtig, op een soort kennismakingsstage, een beetje bij Studio Dumbar rondgekeken te hebben. Daar werd op dat moment het Dutch Design zo'n beetje uitgevonden.

H: Wat ik dus het 'gefröbel' noem...

V: Mij sprak dat aan... Wat vader zwetend gefröbel noemt, vond ik juist aansprekend vanwege het plezier dat dat geknutsel uitstraalde. Ik vond het ook veel meer lol om te doen, dan al die strakke dingen. Dat is inmiddels wat verwaterd...

Zelfs Dumbar heeft die 'mazelen' in zijn studio verboden...

V: Ja, dus er zijn veel dingen veranderd, maar wat je ziet is dat de echte veranderingen al optraden, bijvoorbeeld bij Dumbar, voordat de computer zich echt genesteld had. 

H: Die zichtbaarheid van het Design en de sampling cultuur staan eigenlijk los van de computer, maar het is wel het perfecte tool om dat te doen, dus worden die tendensen tienmaal versterkt, zodra je computers gaat gebruiken!

Werk je zelf met computers, Valentine?

V: Mijn klas op de Rietveld was de laatste die nog helemaal zonder computers de academie doorliep. Ik ben ziek geweest, en toen ik een jaar later weer opdook om in een nieuwe klas eindexamen te doen, bevond ik me ineens tussen mensen die echt àlles op de computer deden! Intussen denk ik dat er waarschijnlijk niet aan te ontkomen is, al ben ik niet echt op zoek naar 'net echte' aquarelletjes waar je eindeloos de kleuren van kunt variëren. Ik speel er wel eens op, maar om op de computer goed te kunnen illustreren, moet je echt het een en ander weten - en er zijn nog zoveel andere dingen die ik ook wil uitproberen. Voorlopig fröbel ik nog even door zonder computer.

H: Mijn studenten werken natuurlijk ook allemaal met computers. Het probleem ermee is dat er geen half-way is; om de meer ingewikkelde kunstjes te kunnen doen, moet men het iedere dag beoefenen. Dus als je er eenmaal mee begint, zit je altijd vast aan die computer, met alle gevaren van dien. Want het ziet er op het beeldscherm allemaal wel mooi uit - het is zo leuk verlicht -, maar als het dan gedrukt is, is het meestal stukken minder. De computer verleidt om gauw tevreden te zijn!

 V: Voor mij is het heel belangrijk om met het materiaal zelf bezig te zijn, de papiersoorten, de verschillende technieken. Je begint een aquarel in het echt anders dan op de computer! Een potlood houd je anders vast dan een penseel, op de computer is het een plastic pen op een tekenbord, dat voelt onprettig.

 H: En waar de computer funest voor is, is het spatiëren van letters. Op dat gebied is veel van de ambachtelijke kwaliteit erg teruggelopen...

V: Mijn vader is iemand die zelfs wat hij van de zetter terugkrijgt nog lossnijdt en opnieuw opplakt!

H: ... de afstanden tussen de woorden zijn in alle Mac-programma's veeeel te groot! Op het Berthold zetsysteem hanteren ze gemiddeld een woordspatie van twaalf eenheden. Ik laat daar meestal acht of negen van maken. Maar op de Mac, in Berthold-eenheden gerekend, gebruiken ze normaal vierentwintig! En er zijn jonge mensen die dat niet meer zien!!

In de affiches van je vader komen veel tekenachtige, illustratieachtige elementen voor; als je dat werk ziet, Valentine, heb je dan niet veel zin om ook affiches te gaan maken?

V: Jawel! In Nederland is illustrator iets minderwaardigs - dan ben je geen echte grafisch ontwerper. Wat dat betreft heb ik mezelf in een onhandige positie gemanoeuvreerd, als ik weer grafisch ontwerpen zou willen doen. Maar ik sluit niet uit dat ik die kant ook weer ga oppakken...

H: Met dat voornemen ben ik het helemaal eens, want het verruimt je mogelijkheden als illustrator. Als je gaat zitten wachten totdat een ontwerper ervoor kiest om nu eens iets met een illustratie te doen, maak je je afhankelijk - ook van wat die ontwerper weet van illustratie. Als die de mogelijkheden niet ziet, kiest hij er ook niet voor...

V: Grafisch ontwerpers zijn heel erg dol op het werken met foto's, die je zo handig in tien procent onder een tekst kunt rasteren...

H: ...en het kost niets! Daar komt bij dat de hedendaagse ontworpen typografie vijandig is ten opzichte van illustratie, omdat ze zelf al beeld is.

V: Illustratie stelt andere eisen binnen het drukwerk dan een foto, en veel ontwerpers zijn het niet meer gewend daarmee om te gaan... Laat ik het zo zeggen: als je maar genoeg vignetjes hebt gemaakt die precies op de vouwlijn van een blad worden afgedrukt, dan krijg je vanzelf zin om een affiche te maken!




max bruinsma