Ulises Carrión

Lilia Prado Ready-made

in:
Metropolis M,
#4, 1984

 

Er heerste een ongewone sfeer in Kriterion. Een beetje opgewonden maar ook wat lacherig wachtten ongeveer tweehonderd mensen op het begin van het Lilia Prado Superstar Filmfestival. Het bijzondere zat vooral in het feit dat men ging kijken naar vier films uit Mexico waarvan bijna niemand ooit had gehoord, dat er een beroemde filmster zou komen die haast niemand kende en dat het festival was georganiseerd door een experimenteel kunstenaar, Ulises Carrión, in samenwerking met stichting 'de Appel'.

De vier films die op 4 juli in Kriterion in Amsterdam en de daaropvolgende dagen in Rotterdam, Groningen en Arnhem werden vertoond waren Mexicaanse publieksfilms uit het begin van de jaren vijftig. Geen cinematografische meesterwerken maar ongecompliceerde B-films met thema's als: de Mexicaanse revolutie, een chaotische busrit en de variété-wereld. Een mengeling van melodrama, humor, hartstocht en sensualiteit kenmerkte alle vier films en de hoofdrolspeelster ervan, Lilia Prado.
In de pauze werd de ster aan het nieuwsgierige publiek voorgesteld. Ulises Carrión hield een speech en Lilia Prado vertelde in een kort interview iets over haar leven en haar carrière. Degene die dat wilde kon daarna nog nader met haar kennis maken of een handtekening vragen. Het was, kortom, een gelegenheid waarbij het publiek, zij het op kleine schaal, de kans kreeg iets van de sfeer te proeven die de filmwereld, met haar sterren en glamour, als een magische glans omgeeft.

“Dames en heren. Jullie zouden al op mijn gezicht kunnen lezen hoe gelukkig ik ben. Want op dit moment realiseer ik een van mijn grootste jeugddromen. Een droom die trouwens niet alleen van mij was, nee, die droom deelde ik met honderden, duizenden, miljoenen andere mensen. Voor mijn generatie was Lilia Prado een van die onbereikbare idolen, die jonge mensen meestal hebben.”
Ulises Carrión straalt bij het uitspreken van zijn welkomstwoord. Je kunt zien dat hij innig tevreden is. Maar is dit festival echt alleen georganiseerd om een jeugddroom van de kunstenaar in vervulling te laten gaan? Is hij zoals in het programmaboekje staat op zoek naar de wortels van zijn cultuur? Naar zijn eigen jeugd en zijn geboorteland Mexico? Volgens mij is er iets anders aan de hand. Er staat ook in het programmaboekje: “Wie toe gang wil krijgen tot Carrión's motieven zal eerst moeten accepteren dat het organiseren van een filmfestival het middel kan zijn waarmee een kunstenaar zich uitdrukt.”

Goed, een filmfestival als kunstwerk. Maar daarmee geef je al aan dat dit festival anders ervaren kan of moet worden dan een gewoon filmfestival, ja, dat niet de films zelf in dit geval het belangrijkste zijn maar iets anders. Ik denk dat dat andere iets is dat Carrión niet expliciet heeft meegegeven aan zijn filmfestival, maar iets dat in het concept verborgen is en dat de toeschouwer kan ervaren als hij dat wil.

Zoals bij alle conceptuele kunst gaat het in Carrión's werk niet om de afbeelding van een zichtbare werkelijkheid maar om de onzichtbare werkelijkheid van ideeën, processen en situaties. Die wereld wordt getoond zoals ze is, met dit verschil: De ingreep van de kunstenaar maakt het mogelijk een fragment van de werkelijkheid aandachtig te beschouwen, er vragen over te stellen. Zien we de werkelijkheid zoals ze is, of is ze zoals we haar zien? Die dubbelzinnigheid van onze ervaring van de wereld wordt duidelijk wanneer voorwerpen uit onze dagelijkse omgeving tot kunst worden verklaard.

Het zegt iets over de culturele processen, die onze ervaring van de werkelijkheid besturen, dat Duchamp's pissoir een kunstwerk is en geen pissoir zoals alle andere. In dit voorbeeld is het alleen de context, die bepaalt of iets kunst is of niet. Die context is breekbaar: hij staat of valt met de intentie van de kunstenaar, die artistieke kwaliteit toekent aan een object of een situatie van zijn keuze, en met de bereidheid van zijn publiek om het gebodene ook als kunst te ervaren.
Duchamp was niet de enige en ook niet de eerste die artistieke kwaliteit beschouwde als iets dat niet gebonden is aan bepaalde materialen of objecten; sinds de Futuristen hebben verschillende kunstenaars en kunststromingen zich bezig gehouden met een artistieke synthese van kunst en leven. Of zoals Happeningorganisator Allan Kaprow in 1958 de taak van de kunstenaar omschreef: “Hij zal in de gewone dingen de betekenis van het gewone ontdekken. Alles zal materiaal kunnen zijn voor deze nieuwe, concrete kunst.” De Futuristen, Dada, Happenings en Fluxus maakten de context waarbinnen hun kunst zich manifesteerde tot het eigenlijke onderwerp van hun werk. De manier waarop deze kunstenaars de dagelijkse werkelijkheid uit haar context lichtten en als kunstobject tentoonstelden heeft veel te maken met de manier waarop Ulises Carrión culturele processen ontleedt en weer samenvoegt. Die structuur wordt duidelijk in een bustour die Carrión vorig jaar ensceneerde in het kader van het festival De Stad in Arnhem: geen rondrit langs architectuurmonumenten, maar een tocht langs op het eerste gezicht willekeurige en betekenisloze plekken, die echter in het levensverhaal van twee inwoners van Arnhem een belangrijke rol hadden gespeeld. Hun 'Love-story' werd tijdens de busrit verteld door een geschoolde toeristen-gids. Elke plek bleek zijn eigen verhaal te hebben.

In deze en andere projecten ontpopt Carrión zich als een verteller van op het eerste gezicht weinig spectaculaire verhalen met een zeer speciale structuur. De details van zijn verhalen blijken minder belangrijk voor zijn werk dan de voorwaarden waaronder een verhaal kan ontstaan en overgebracht wordt. Het zijn de kanalen waarlangs informatie – en deze kan zeer triviaal zijn – verspreid wordt die Carrión fascineren. In die zin is zijn werk, hoe concreet het er ook mag uitzien – een busrit, een filmfestival, videotapes ­– vaak toch ongrijpbaar en vluchtig; Carrión creëert situaties, contexten, mogelijke gebeurtenissen, geen objecten.
Hiermee lijkt de vluchtigheid van zijn werk gedeeltelijk verklaard: Een kunstobject als een schilderij of een sculptuur vertoont zich aan de beschouwer als een afgerond geheel. Een mogelijke gebeurtenis wordt pas gerealiseerd wanneer iemand de moeite neemt de mogelijkheid aan te grijpen en de gebeurtenis ervaart, al laat hij zich leiden langs de lijnen die de kunstenaar voor hem heeft uitgezet.

In het geval van het Lilia Prado Superstar Festival hoeft het niet alleen te gaan over de films of over de actrice als nostalgisch beeld van een voorbije tijd. Zelf heb ik die tijd niet meegemaakt en ik zag in de jonge hoofdrolspeelster van toen, die miljoenen harten veroverde, veel meer de vrouw van in de vijftig die ik kort tevoren had ontmoet. Het project speelde zich af op de grens van echt en onecht. Lilia Prado's hotelrekening was echt, maar hoe reëel was de actrice zelf? Ondanks haar lijfelijke aanwezigheid leken de vier oude films tastbaarder dan de diva zelf. Zij was ouder geworden en haar entourage van cocktailparty’s en handtekeningjagers was even kunstmatig als het beeld van de 'grote jeugddroom' waarmee Ulises Carrión zijn superstar introduceerde. Carrión's project leverde een beeld op dat moeilijk te beschrijven valt aan de hand van de samenstellende onderdelen. Een beeld dat een indruk van vluchtige schoonheid achterlaat, zoals een toevallige ontmoeting dat kan doen.

Voor Ulises Carrión ligt hier de essentie van zijn werk: “Ik wil de ervaring van de mensen een beetje veranderen, ik wil het mogelijk maken dat mensen een ervaring krijgen die ze anders nooit zouden hebben. Als een schilder een schilderij schildert . .. Het is helemaa1 niet nodig dat hij een schilderij maakt, maar op het moment dat hij dat doet, bestaat het, daar ging het om! Als Lilia Prado hier nooit was gekomen, geen probleem. Maar nu is het gebeurd, dus is het iets dat bestaat, zomaar, omdat je het wilt. En het feit dat het bestaat verandert, al is het nog zo miniem, jouw werkelijkheid. Het verandert het verhaal van je leven!'

Zo uitgedrukt werkt het organiseren van een film festival toch op hetzelfde niveau als het maken van een schilderij.

“Absoluut! Dat is de basis van alles, anders zou ik het niet doen.”

Waaraan kan worden toegevoegd dat Carrión niet alleen een 'schilderij', een beeld wil maken, maar vóór alles een context wil organiseren waarbinnen het beeld betekenis kan krijgen. Hij hanteert de beelden uit zijn omgeving, uit zijn herinnering zoals een schilder zijn verf gebruikt. Carrión gebruikt de codes, de mensen, de media, de processen, die ons culturele landschap vormen als ready-mades, betrekkelijk betekenisloze objecten die door de simpele wil van de kunstenaar tot kunst worden. In die nieuwe context ontstaat het verhaal dat je kunt lezen als je dat wilt. Ulises Carrión is een verteller, maar één die je alleen de ingrediënten van zijn verhaal geeft, en de structuur. Het eigenlijke verhaal moet je zelf bedenken.

Zie voor meer informatie over Ulises Carrión en een verslag van het festival: Appelbulletin, september 1984.

 




max bruinsma